Onderzoeksprofiel
Het wetenschappelijk onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) is van hoge kwaliteit, verankerd in (inter)nationale onderzoeksnetwerken en heeft een sterke maatschappelijke oriëntatie. Inspiratiebronnen in de zoektocht naar oplossingen voor mondiale vraagstukken zijn kosmopolitisch Rotterdam, de haven en regio. In de regionale samenwerking zijn in 2019 grote stappen gezet.
Een ambitieus jaar
2019 was een ambitieus jaar voor het onderzoek van de EUR. Er werden nieuwe lijnen voor onderzoeksstrategie en onderzoekssamenwerking uitgezet en de lancering van de Leiden-Delft-Erasmus-strategie 2020-2025 betekent een boost voor de samenwerking tussen de drie universiteiten. Voorop hierin staat de gezamenlijke bijdrage aan het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken. De drie universiteiten kunnen inter- en multidisciplinair samenwerken aan regionale, nationale en globale uitdagingen door de hoge wetenschappelijke kwaliteit, de enorme breedte van de grotendeels complementaire portfolio’s en de ligging in elkaars nabijheid kunnen.
Tijdens de opening van het academisch jaar werd Strategy 2024 gepresenteerd, waarin ambities en doelen voor de positieve maatschappelijke impact van het EUR-onderzoek worden onderstreept. Een voorbeeld hiervan is het aangekondigde vierde Erasmus Initiative gericht op de maatschappelijke gevolgen van artificial intelligence. De andere drie Erasmus Initiatives hebben in 2019 verder gebouwd aan hun interne en externe netwerk om de impact van hun onderzoek te vergroten. Ook het onderzoek aan de faculteiten floreerde en werd met prijzen en beurzen onderscheiden, waaronder zeven Veni’s, zes Vidi’s en twee Vici’s.
Tot slot kan de in april aangekondigde nauwere samenwerking tussen de Technische Universiteit Delft, het Erasmus MC en de Erasmus Universiteit niet ongenoemd blijven. Hiermee wordt de maatschappelijke en wetenschappelijke noodzaak van interdisciplinaire samenwerking tussen geneeskunde, technologie en de sociale wetenschappen benadrukt. De structurele versterking van de samenwerking biedt een enorme kans om de regio nationaal en internationaal nog duidelijker te profileren. In 2019 is op bestuurlijk en inhoudelijk wetenschappelijk vlak, hard gewerkt om invulling te geven aan een gezamenlijke onderzoeks- en onderwijsstrategie.
Erasmus Initiatives
De verbinding en interactie tussen wetenschap en samenleving, tussen theorie en praktijk, zitten in ons DNA. De Erasmus Initiatives bundelen krachten voor wetenschap die ertoe doet in drie onderzoekszwaartepunten: Dynamics of Inclusive Prosperity, Smarter Choices for Better Health en Vital Cities & Citizens.
Dynamics of Inclusive Prosperity (DoIP)
DoIP is een samenwerking van de faculteiten ESL, RSM en ESPhil. Onderzocht wordt hoe mensen kunnen profiteren van toenemende welvaart, terwijl tegelijkertijd de negatieve effecten daarvan worden ingeperkt. Activiteiten worden georganiseerd rond drie aandachtsgebieden: inclusieve steden, duurzaamheid en inclusieve ecologie, en inclusieve financiële systemen.
In 2019 organiseerde DoIP acht evenementen, veelal samen met externe partners. De evenementen brachten de groep kernonderzoekers - zeven wetenschappelijke medewerkers plus tien promovendi met hun promotors – samen en vormden de opmaat voor de ontwikkeling van een gemeenschap van betrokken academici wiens werk gerelateerd is aan de activiteiten van DoIP.
Om werk op het gebied van Inclusive Prosperity campusbreed te stimuleren, zette DoIP haar gebruik voort om kleine beurzen (tot en met 10.000 euro) toe te kennen aan initiatieven van onderzoekers. Ook werden verbanden met externe partners in zowel binnen- als buitenland uitgebreid. Zo werd een samenwerkingsovereenkomst getekend met de China Academy of Urban Planning & Design en werden gesprekken gevoerd met verschillende gemeenten in Nederland om mogelijkheden voor langdurige samenwerking te onderzoeken.
Smarter Choices for Better Health (SCBH)
SCBH is gestart als samenwerking van de faculteiten ESHMP, ESE en Erasmus MC. Langs vier Action Lines wordt onderzoek gedaan naar preventie, kostenbeheersing en effectmeting van gezondheidszorg en ongelijkheid in gezondheid.
Als resultaat van een open call in 2018 heeft SCBH in 2019 haar reikwijdte uitgebreid door vijf nieuwe promotieprojecten te starten binnen de Action Lines. Twee van deze projecten zijn van ESSB en de ESPhil, waardoor het aantal faculteiten dat actief betrokken is bij SCBH is toegenomen.
De veertien promovendi en drie postdocs binnen het initiatief hebben hun eigen netwerk opgebouwd om de onderlinge relaties tussen hen - verdeeld over vijf verschillende faculteiten en twee campuslocaties - te verstevigen.
Onderzoekers verbonden aan SCBH bleven succesvol in het verkrijgen van beurzen en prijzen. Het meest noemenswaardig is dr. Carlos Riumallo Herl. Na toekenning van een EU-beurs in 2018, ontving hij in 2019 een Marie Curie Fellowhship en, tijdens de opening van het academische jaar in augustus, de EUR Research Prize.
Vital Cities and Citizens (VCC)
VCC is een samenwerking tussen de faculteiten ESSB, ESHCC en ISS en richt zich op de bijdrage aan de levenskwaliteit in stedelijke milieus. Binnen VCC zijn vier thema’s geformuleerd: Veerkrachtige steden en burgers, Inclusieve steden, Slimme steden en burgers, Duurzame en rechtvaardige steden. In 2019 werden, om tegenwicht te bieden aan het aantal junioronderzoekers (achttien promovendi en zeven postdocs), zeven groepsleiders op een midden/seniorlevel benoemd. Deze versterking zorgt voor verdere samenhang in het programma.
VCC verbindt interdisciplinair academisch onderzoek met maatschappelijke impact. De verbondenheid met de stad Rotterdam is groot en richt zich op het ontwikkelen van een gezamenlijke kennisagenda op het gebied van duurzaamheid, inclusiviteit en maatschappelijke, culture en economische gelijkheid. VCC werkt samen met de zogenaamde ‘kenniswerkplaatsen’ - zoals ‘leefbare wijken’, ‘smart cities’ en ‘gezonde steden’ - waarin de stad Rotterdam en de EUR (ESSB/VCC) nauw samenwerken.
In 2019 opende VCC ook de deuren voor externe belanghebbenden en het is de intentie om dit in 2020 nog veel meer te gaan doen. De leidinggevende decaan prof. dr. Victor Bekkers tekende een samenwerkingsovereenkomst tussen kennisinstituten en publieke en private actoren, waarmee VCC partner is in de Green Deal Aquathermie.
Wetenschappelijke integriteit
EUR-roadmap
Voor de EUR is het van groot belang dat de principes van professionele en integere wetenschapsbeoefening en de daarop gebaseerde normen en kaders voor goede onderzoekspraktijken helder zijn geformuleerd en breed worden onderwezen, gekend en toegepast. De verantwoordelijkheid voor de instandhouding van deze principes rust op alle betrokkenen bij het onderwijs en onderzoek. Naast deze individuele verantwoordelijkheid ligt sinds de invoering van de herziene Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (2018) steeds meer nadruk op de rol van de universiteit bij het stimuleren van professionele en integere wetenschapsbeoefening. De vijf zorgplichten voor de universiteit die in deze gedragscode staan beschreven, hebben betrekking op (1) training & supervisie, (2) onderzoekscultuur, (3) datamanagement, (4) openbaarmaking & verspreiding en (5) ethische normstelling en procedures. In 2018 zijn deze zorgplichten door de EUR vertaald naar een implementatieplan: de EUR-roadmap wetenschappelijke integriteit.
Nulmeting
In 2019 zijn veel vorderingen gemaakt met de implementatie van de zorgplichten. Zo is er een ‘monitoring-tool’ ontwikkeld om zicht te houden op ontwikkelingen binnen de onderzoekscultuur en de mate waarin de EUR voldoet aan de zorgplichten. Op basis hiervan is eind 2019 een eerste interne survey verspreid onder alle medewerkers van de faculteiten om een beeld te krijgen van de manier waarop wetenschappelijke integriteit binnen de faculteiten is ingebed: is het onderwerp van gesprek, is men bekend met de gedragscode? Het resultaten van deze peiling wordt beschouwd als nulmeting en opgenomen in de Audit agenda. Tevens dient het resultaat als basis voor een plan van aanpak ‘evidence-based policy’ met daaruit volgende beleidsinterventies. Het doel hiervan is het bewerkstelligen van een nog betere onderzoekscultuur.
Dilemma Game als app
De Dilemma Game is een van de manieren waarop de EUR sinds 2013 structureel aandacht besteedt aan wetenschappelijke integriteit. Het spel bevat 75 integriteitsdilemma’s en nodigt onderzoekers uit deze dilemma’s in kleine groepjes te bespreken. Omdat het spel een zeer succesvol middel is om dit gevoelige onderwerp bespreekbaar te maken - zowel binnen de EUR als in bredere (inter)nationale context - is in 2019 gestart het kaartenspel om te vormen tot een app. Hierdoor kunnen nieuwe dilemma’s en functionaliteiten, zoals individueel gebruik, makkelijk worden toegevoegd. Deze innovatie stelt de EUR de komende jaren nog beter in staat actief bij te dragen aan een open, veilige en inclusieve onderzoekscultuur waarin dilemma’s rondom integriteit worden besproken.
Vertrouwenspersoon, commissie en coördinatoren
Naast het invoeren van nieuwe maatregelen is in 2019 ook gewerkt aan het in stand houden en verbeteren van bestaande voorzieningen voor wetenschappelijke integriteit. EUR-medewerkers kunnen terecht bij de vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit met vragen over wetenschappelijke integriteit, vermoedens van inbreuk hierop en misstanden. Daarnaast heeft iedereen het recht een klacht in te dienen bij de Commissie Wetenschappelijke Integriteit. Ook heeft elke faculteit een coördinator Wetenschappelijke Integriteit, die onder andere verantwoordelijk is voor het onder de aandacht brengen van het thema, het coördineren van evenementen en activiteiten die hieraan bijdragen, en het doorverwijzen naar relevante coördinatoren en vertrouwenspersonen. Om een eenduidig en transparant overzicht te kunnen geven van relevante informatie zijn in 2019 alle informatievoorzieningen voor wetenschappelijke integriteit herzien.
Onderzoeksprofiel
Onderzoekskwaliteit
De prestaties van EUR-onderzoeksgroepen op het gebied van onderzoekskwaliteit, impact en levensvatbaarheid wordt gemonitord en verbeterd op basis van externe evaluaties op basis van het Standard Evaluation Protocol, die elke zes jaar plaatsvonden, en met behulp van interne tussentijdse beoordelingen. De voortgang van de implementatie van onderzoeksstrategieën die voortkomen uit eerdere externe evaluaties werd beoordeeld door middel van de tussentijdse evaluatie en als voldoende beschouwd.
Strategisch onderzoeksbeleid opbrengsten
Erasmus Research Services (ERS)
De missie van de EUR om positieve maatschappelijke impact te creëren en de sterke ambities in het sturen op excellent onderzoek vragen om een professionele dienst die onderzoekers ondersteunt. Het CvB heeft daarom besloten dat het ERS-programma structureel wordt verankerd in de organisatie: vanaf 1 januari 2020 is ERS officieel van start gegaan als nieuwe dienst onder Professional Services.
Ook externe ontwikkelingen vragen om een permanente dienst voor het ondersteunen van onderzoekers. Denk hierbij aan de toenemende behoefte aan inkomsten uit Horizon Europe, NWO en contractonderzoek; de zorgplicht van universiteiten rondom research datamanagement en ethische toetsing; open science; en de nieuwe kijk op de erkenning en waardering van onderzoekers. Hieruit blijkt dat het onderzoeklandschap aan het begin van een cultuurverandering staat in de manier waarop onderzoek wordt verricht en gewaardeerd.
In samenwerking met de faculteiten en andere diensten voorziet ERS elke onderzoeker van hoogwaardige onderzoeksdiensten met een waardering voor het unieke karakter van elk onderzoeksproject. Hierbij ondersteunt ERS onderzoekers - voor en tijdens hun onderzoeksproject - vanuit verschillende expertisegebieden: subsidieondersteuning, juridische ondersteuning, research datamanagement, open science, ethiek en research intelligence. In de komende periode werkt ERS aan het serviceportfolio en worden afspraken gemaakt met de faculteiten over de services die zij nodig hebben. ERS vertegenwoordigt onderzoek in centraal georganiseerde EUR-processen en wil in- en externe netwerken samenbrengen zodat de EUR een overzicht heeft van alle onderzoeksactiviteiten.
Promoties en bursalen
In 2019 vonden 366 promoties plaats. Dat is een lichte stijging ten opzichte van het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar (358 tussen 2014 en 2018). Opmerkelijk was de toename van het aantal promoties bij ESHCC (van 6 naar 11), ISS (van 12 naar 20) en RSM (van 14 naar 26). 12 vrouwen en 10 mannen promoveerden cum laude.
Tabel 3.1 Promoties 2019 cum laude en niet-cum laude
M | V | ||||
Faculteit | Cum laude | Niet-cum laude | Cum laude | Niet-cum laude | Totaal |
ESE | 13 | 4 | 17 | ||
ESHPM | 2 | 7 | 9 | ||
ESHCC | 1 | 4 | 6 | 11 | |
ESL | 13 | 9 | 22 | ||
ESPhyl | 3 | 1 | 4 | ||
ESSB | 10 | 3 | 15 | 28 | |
Erasmus MC* | 8 | 85 | 7 | 129 | 229 |
ISS | 1 | 7 | 2 | 10 | 20 |
RSM | 19 | 7 | 26 | ||
TOTAAL | 10 | 156 | 12 | 188 | 366 |
* Incl. de joint met de VU |
Facultaire ontwikkelingen
Elke faculteit is gevraagd een aantal hoogtepunten te noemen op het gebied van academisch onderzoek en de maatschappelijke impact ervan. Deze prachtige voorbeelden laten zien dat de EUR een baanbrekende universiteit is met invloed op de maatschappij.
Erasmus School of Economics (ESE)
PhD en jobmarket
In 2019 waren er zeventien promoties, zijn vijftien nieuwe promovendi gestart en waren er de nodige successen. Zo werd Esmee Zwiers geplaatst als Postdoctoral Research Associate bij het Center for Health and Wellbeing at Princeton University en PhD-alumna Caroline ontving de AoM Dissertation Award 2019. Daarbij was ESE in 2019 gastheer voor de European Jobmarket waarbij meer dan 1900 kandidaten en recruiters van Europese academia waren betrokken. De sollicitatiegesprekken vonden grotendeels plaats op de Woudesteincampus, waar prof. Thomas Piketty een drukbezocht gastcollege gaf over economische ongelijkheid en de oorzaken daarvan naar aanleiding van zijn nieuwe boek Kapitaal en Ideologie.
Kwaliteitszorg
Het midterm-review-onderzoek is in januari 2019 afgerond. De commissie was positief over de kwaliteit van het onderzoek bij ESE en het enthousiasme van de mensen die er werken. De commissie heeft geadviseerd om na te denken over meer differentiatie in het loopbaanbeleid.
Gezondheid en economie
De vooraanstaande gezondheidseconoom prof. John Cawley (Cornell University, VS) is verbonden aan het Erasmus Initiative Smarter Choices for Better Health. Zijn onderzoek richt zich, in samenwerking met onder meer prof. Hans van Kippersluis, op preventie in relatie tot obesitas en roken. Prof. Cawley bezoekt de EUR twee maal per jaar een paar weken en is verder vanuit de VS betrokken bij het onderzoek. In het kader van datzelfde Erasmus Initiative droegen ook ESE-onderzoekers in 2019 bij aan de druk bezochte jaarlijkse bijeenkomst. Binnen de EUR zijn een significant aantal onderzoekers werkzaam op het grensvlak van de gezondheid en economie, waarbij er voor ESE een verbindende rol is weggelegd.
Duurzame ontwikkelingsdoelen
Eind 2018 startten twaalf ESE-projecten die specifiek zijn gericht op de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s). Tijdens een interactieve workshop in september 2019 hebben betrokken onderzoekers met veel enthousiasme kennisgenomen van elkaars projecten. Onder de aanwezigen was voormalig minister-president prof. Jan Peter Balkenende, die de internationale relevantie van de SDG’s benadrukte. Hoewel veel SDG’s sterk zijn gericht op concrete vooruitgang, met onder meer een civieltechnisch karakter, kunnen economen een belangrijke bijdrage leveren aan het debat over beter onderwijs, schoon water, duurzaam transport en diversiteit.
KidsRights
ESE draagt jaarlijks bij aan de totstandkoming van de KidsRights Index. Daarnaast hebben onze wetenschappers met hun methodologisch onderzoek bijgedragen aan een in 2019 nieuw gestart initiatief van stichting KidsRights: een preferendum onder jongeren over Climate Change dat hoog op de agenda stond van de VN-top in september. Uit dit preferendum blijkt dat 91 procent van de meer dan 10.000 geraadpleegde jongeren klimaatverandering als een groot probleem ziet en tot snelle actie oproept.
Erasmus School of Law (ESL)
Nieuw lid KNAW
Op 16 september heeft de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) prof. mr. dr. Xandra Kramer (1971) geïnstalleerd als nieuw lid. Zij pioniert op onderzoek van het civiele procesrecht in grensoverschrijdende geschillen (zie onderstaand) en is onder meer betrokken bij het ontwikkelen van een voor iedereen goed toegankelijk Europees rechtspraaksysteem (Building EU Civil Justice). Xandra Kramer is hoogleraar privaatrecht aan Erasmus School of Law en deeltijdhoogleraar internationaal privaatrecht aan de Universiteit Utrecht. Zij adviseert onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Raad voor de Rechtspraak. Daarnaast is ze plaatsvervangend rechter bij de rechtbank Rotterdam.
Geïnformeerde keuzes in grensoverschrijdende handhaving (IC2BE)
In december 2019 rondden prof. mr. dr. Xandra Kramer en dr. Elena Alina Onţanu een studie af waarin zij beoordelen of de bestaande Europese regulaties van de ‘tweede generatie’ een effectieve handhaving van toegekende vergoedingen in grensoverschrijdende geschillen waarborgen of dat er in de EU een coherenter wettelijk kader nodig is. Het onderzoek werd gefinancierd door de Europese Unie via het programma Civiel recht 2014-2020 en was onderdeel van het IC2BE-project waaraan zeven Europese universiteiten en instituten deelnamen. De bevindingen van de projectpartners zijn toegevoegd aan een vrij toegankelijke databank over nationale en Europese jurisprudentie (www.uantwerpen.be/en/projects/ic2be/). Elke partner organiseerde een aantal workshops om de nationale bevindingen te delen met de belanghebbenden. In een afsluitende conferentie bespraken de onderzoekers de hoofdresultaten van het project met beoefenaars uit verschillende lidstaten, nationale en Europese beleidsmakers en academici binnen het veld.
Drugs in de Rotterdamse haven
In opdracht van de Gemeente Rotterdam, Politie Rotterdam, het Openbaar Ministerie en de Douane werd tussen januari 2018 en april 2019 het onderzoeksproject Drugsmisdrijven en de Rotterdamse haven uitgevoerd. Op basis van 73 interviews, een analyse van 10 casusdossiers en observaties in de haven bracht het onderzoeksteam (prof. dr. Richard Staring, dr. Robby Roks, dr. Lieselot Bisschop, prof. dr. Henk van de Bunt, Elisabeth Brein MSc) de maatschappelijke organisatie en het bestuur van drugssmokkel in de Rotterdamse haven in kaart. Zij keken in het bijzonder naar de kwetsbaarheden voor drugssmokkel in het logistieke proces. Het onderzoek resulteerde in een boek, een gepubliceerde lekensamenvatting en een artikel in het tijdschrift Justitiële Verkenningen. Het onderzoeksteam organiseerde op 12 september 2019 een CIROC-conferentie om de resultaten te bespreken. Het project kreeg veel media-aandacht, waarop verschillende bedrijven in de Rotterdamse haven het team uitnodigden om hun bevindingen nader toe te lichten.
Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC)
Sociale gevolgen catastrofale gebeurtenissen
Gezien de huidige bezorgdheid over infectieziekten, is het absoluut noodzakelijk dat we een goed beeld krijgen van de sociale gevolgen van grootschalige epidemieën. Het NWO Vidi-project Positively Shocking! The Redistributive Impact of Mass Mortality through Epidemic Diseases and Violent Conflict in Early Modern Northwest Europe (2019-2024) van dr. Daniel R. Curtis onderzoekt hoe gewelddadige conflicten en epidemische ziekten op de lange termijn impact hebben op de welvaartsverdeling binnen de betrokken samenlevingen. In het verleden bleek dat specifieke sociale groepen soms meer dan andere in staat waren om schokken op te vangen, waardoor gevaren in hun voordeel werden benut.
Raciale stereotypen in de voetbaljournalistiek
Dr. Jacco van Sterkenburg onderzoekt de rol van etniciteit en huidskleur in het productieproces van voetbaljournalistiek en de vertaling ervan in media-inhoud en publiekservaringen. Dit onderzoek vindt plaats in vier landen en biedt nieuwe inzichten in voetbal als katalysator van vertogen rond etniciteit en huidskleur.
Worlds of Imagination
Het grootschalige ERC-onderzoeksproject Worlds of Imagination richt zich op filmtoerisme en de toenemende verweving van de film- en toerisme-industrie. Binnen dit project zijn in 2019 diverse workshops georganiseerd met als doel professionals en film- en toerismewetenschappers samen te brengen en op de lange termijn toe te werken naar meer duurzame vormen van filmtoerisme. Zo organiseerde Débora Póvoa Ribeiro een seminar tijdens het internationale filmfestival in Alter do Chão (Brazilië) en onderzoekster Apoorva Nanjagud twee lokale workshops in Mumbai (India), het filmcentrum van Bollywood.
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB)
Beoordelen innovatief vermogen
In 2019 promoveerde Hanneke Gieske op haar proefschrift over het innovatief vermogen van de waterschappen. Ze liet daarin onder andere zien dat als waterschappen te lang doorgaan met optimaliseren (en zij dus niet innoveren) de bijdrage daarvan aan hun uiteindelijk presteren afneemt. Daarnaast bouwde ze haar surveymethode met focusgroepen om tot een tool die nu door verschillende publieke organisaties, waaronder Rijkswaterstaat, wordt gebruikt om hun innovatief vermogen te beoordelen en te versterken. De toepassing van de tool levert nieuwe data op die voor onderzoek kan worden gebruikt.
Beter begrip angststoornissen
Aangezien angststoornissen onder vijftien procent van de bevolking voorkomen, zijn een beter begrip van deze stoornissen en betere behandelopties dringend noodzakelijk. In samenwerking met onderzoekers van de Universiteit van Würzburg (Duitsland), onderzochten prof. dr. Matthias Wieser en universitair docent dr. Marta Andreatta hoe individuen met een laag respectievelijk hoog angstniveau bedreigende informatie verwerken in zowel meer als minder voorspelbare contexten. Door gebruik te maken van EEG om hersenactiviteit te meten, kwamen zij erachter dat individuen met een hoge mate van angst onvoorspelbare bedreigende informatie op een andere manier verwerken, vergeleken met individuen met een lage mate van angst. Hun bevindingen werden gepubliceerd in Scientific Reports.
Erasmus School of Philosophy (ESPHil)
In 2019 ontving de faculteit meerdere onderzoeksbeurzen, waarvan er onderstaand drie worden uitgelicht.
Prof. dr. Han van Ruler ontving een NWO Open Competitie-SGW-beurs. Deze beurs, ter waarde van maximaal 750.000 euro, stimuleert excellent vrij en nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek binnen de sociale en geesteswetenschappen. In dit onderzoek, werkt Van Ruler samen met dr. Erik-Jan Bos, historicus van de vroeg moderne filosofie en de 17e eeuwse republiek aan de Faculteit der Letteren aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de Erasmus School of Philosophy. Hij is expert op het gebied van de Franse filosoof en wetenschapper René Descartes en zijn tijdgenoten.
Met een onderzoeksproject dat gedeeltelijk is verbonden met het onderzoek van prof. dr. Van Ruler, verkreeg dr. Paolo Rossini (SNS Pisa, Italië) een beurs van 176.000 euro van het Marie Sklodowska Curie Individual Fellowship (MSCA IF) van het Horizon 2020-programma van de Europese Commissie. De MSCA IF-beurs heeft tot doel ervaren onderzoekers de kans te geven in het buitenland te werken, hun netwerk uit te breiden en een academisch cv op te bouwen.
Universitair hoofddocent Constanze Binder, co-directeur van het Erasmus Institute for Philosophy and Economics (EIPE) en programmadirecteur van het Research Master-programma Filosofie en Economie, ontving een EUR-beurs (150.000 euro) en een NWO Aspasia-beurs (150.000 euro). NWO Aspasia verleent beurzen met als doel meer vrouwelijke academici vooruit te helpen naar een functie als universitair hoofddocent of hoogleraar.
Erasmus MC
Immunosuppressieve effecten mazeleninfectie
Mazelen is een zeer besmettelijke ziekte, veroorzaakt door het mazelenvirus. Vaccinatie met het bof-mazelen-rodehond (BMR)-vaccin heeft een grote rol gespeeld in het terugdringen van morbiditeit en sterfte onder kinderen. Rik Swart (afdeling Virologie) ontdekte, samen met een team van internationale onderzoekers, dat het mazelenvirus de cellen beschadigt van een specifiek gedeelte van het afweersysteem dat antistoffen maakt tegen andere ziekteverwekkers. Daardoor maken kinderen die mazelen hebben gehad, tot jaren na hun ziekte meer infecties door dan kinderen die geen mazelen hebben gehad. Gezien het recentelijke recordaantal mazelenbesmettingen, wordt op basis van dit onderzoek aanbevolen om patiënten die recent mazelen hebben gehad nauwer in de gaten te houden, de mazelenvaccinatiecampagnes uit te breiden en de kudde-immuniteit uit te breiden voor verschillende ziekteverwekkers in landen waar uitbraken van de mazelen plaatsvinden.
Medicijn voor zeldzame schildklierziekte
Erasmus MC-onderzoekers hebben, onder leiding van Edward Visser (afdeling interne geneeskunde) een medicijn ontwikkeld voor een zeldzame schildklierziekte: het Allan-Herndon-Dudley syndroom (AHDS). Deze ziekte is het gevolg van een genetische afwijking van het schildklierhormoon transporter MCT8. Dit leidt ertoe dat schildklierhomornen geen toegang hebben tot het zenuwstelsel, dat afhankelijk is van signalen uit de schilklier om goed te kunnen functioneren en zich te ontwikkelen. Er is geen gevestigde behandeling voor AHDS. In een, op initiatief van onderzoekers gestart, international multicenter klinisch onderzoek onder patiënten met MCT8-deficiëntie, heeft een medicijn genaamd Triac geresulteerd in effectieve verbeteringen van onder meer lichaamsgewicht, hartslag en hartritme, bloeddruk en biochemische markers van schildklierhormoonactiviteit in verschillende weefsels. Het medicijn wordt momenteel geregistreerd en is mogelijk volgend jaar beschikbaar voor patiënten.
Rotterdam School of Management (RSM)
Erasmus Center for Data Analytics (ECDA)
In 2019 is het Erasmus Center for Data Analytics (ECDA) formeel gelanceerd. ECDA is een van RSM’s leidende onderzoekscentra en combineert onderzoekers uit nagenoeg alle vakgroepen van RSM. ECDA heeft een volledig open architectuur, waardoor ook onderzoekers van EMC, ESL, ESSB, en ESPhil participeren als academic directors. Een van de speerpunten is onderzoek naar het verder incorporeren van artificial intelligence en blockchain in het financiële bestel. ECDA-onderzoeker dr. Dion Bongaerts, associate professor of finance bij RSM, werkt in dit kader samen met onderzoekers van onder andere de TU Delft om nieuwe manieren te identificeren waarop vertrouwen kan worden gecreëerd in de interneteconomie. Het consortium van samenwerkende onderzoekers ontving een subsidie van 3,3 mln. euro van onder meer NWO voor een gewaagd experiment: het opzetten van een gebruikersgemeenschap van 50.000 internetgebruikers, om vast te stellen of blockchain en aanverwante technologieën een bron van vertrouwen kunnen vormen in relatief losse online gemeenschappen.
Humanitaire logistiek
RSM consolideerde in 2019 ook haar positie als een van de leidende scholen wereldwijd op het gebied van fundamenteel en toegepast onderzoek naar transport en logistiek. Een belangrijke nieuwe ontwikkeling betreft de opkomst van humanitaire logistiek. Onderzoekers in dat veld reflecteren op de opslag en levering van hulpgoederen rond crises zoals de huidige COVID-19-pandemie of natuurrampen, maar ook op bewegingen van patiënten en hulpverleners zelf. RSM heeft zich de afgelopen jaren versterkt met verschillende onderzoekers op dit gebied. Dr. Harwin de Vries onderzoekt bijvoorbeeld de optimale locatie van klinieken langs doorgaande wegen in zuidelijk Afrika om verspreiding van infectieziekten door vrachtwagenchauffeurs tegen te gaan. Verder ontving Dr. Pieter van den Berg in 2019 een Venibeurs voor zijn humanitair logistiek onderzoek, waarin hij onder andere locatiekeuzes onderzoekt voor traumahelikopters, ambulanceposten, en brandweerposten, om te komen tot een optimale afweging van populatiedekking en responsetijd.
International Institute of Social Studies (ISS)
Wanneer ramp en conflict elkaar ontmoeten
Van de jaarlijkse 400 natuurrampen vindt meer dan 30 procent plaats in landen in conflictsituaties. Met het vijfjarig project Wanneer ramp en conflict elkaar ontmoeten onderzoeken prof. dr. Dorothea Hilhorst en haar onderzoeksteam het verband tussen ramp en conflict. Een onontgonnen, maar belangrijk onderzoeksgebied. Geanalyseerd wordt hoe de overheid, non-overheid en humanitaire actoren reageren op rampen in verschillende conflictsituaties. Het onderzoeksproject probeert te begrijpen hoe de politisering van reacties op rampen de legitimiteit, macht en relaties tussen de overheidsactoren beïnvloeden. Als basis dienen casusstudies in Zuid-Soedan, Afghanistan, Sierra Leone, Nepal, Haïti, Ethiopië, Myanmar, Zimbabwe, Yemen en Colombia. Inmiddels verschenen een aantal publicaties, beleidsbriefings, internationale consultaties en samenwerkingen, opiniestukken en blogs en is een MOOC-training ontwikkeld. Het project wordt gefinancierd als onderdeel van het Vici-programma van NWO.
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in Oeganda
Sinds 2016 coördineert dr. Auma Okwany een grootschalig project met als doel de toegang tot en de kwaliteit van diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in Oeganda te onderzoeken en verbeteren. Het project financiert zes promovendi en acht masterstudenten in Oeganda en is opdrachtgever van tien beleidsrelevante studies. De onderzoeksresultaten dienen niet alleen als basis voor belangenbehartiging en de vertaalslag naar beleid en praktijk, maar ook voor een geaccrediteerd onderwijs- en trainingsprogramma voor zowel studenten als professionals. Eind 2019 waren meer dan 360 professionals getraind en in oktober werd het Centre of Excellence for Sexual and Reproductive Health and Rights (SRHR) officieel geopend aan de Makerere School of Public Health. Momenteel worden tachtig subnationale leiders opgeleid tot SRHR-influencers. Het project wordt gefinancierd door het Netherlands Initiative for Capacity Development in Higher Education (NICHE)-programma van Nuffic en loopt tot november 2020.
Water- en gezondheidsinnovaties in Afrika
De vraag hoe je in Afrika producten, diensten en systeeminnovaties beschikbaar maakt voor een grote groep consumenten met een minimaal inkomen stond centraal in het project Frugal Innovation and Responsible Innovation in Africa. Voor Nederlandse bedrijven onderzocht ISS tussen 2014 en 2020 nieuwe aanpakken op het gebied van design en bedrijfsmodellen die water- en gezondheidsinnovaties in Afrika moeten verbeteren. Dit gebeurde zowel vanuit economisch als sociaal-ethisch perspectief om winstgevendheid en maatschappelijke waarde voor de lokale bevolking te combineren. Een belangrijke uitkomst was dat een substantiële impact vooral met systeeminnovatie kan worden verkregen en niet met enkel productinnovatie. Bij dit project was sprake van een unieke samenwerking tussen Afrikaanse ondernemers en drie Nederlandse bedrijven in de top van de water- en gezondheidssectoren: Koninklijke Philips en de waterbedrijven Oasen en Hatenboer. Het project werd gefinancierd door de drie bedrijven en het programma Maatschappelijk Verantwoorde Innoveren (MVI) van NWO en werd uitgevoerd binnen het kader van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Frugal Innovation in Africa (CFIA).
Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM)
De pedagogiek van regulatie
Met de etnografische studie De pedagogiek van regulatie: Strategieën en instrumenten om het leren van nadelige gebeurtenissen te begeleiden heeft ESHPM-onderzoeksgroep bijgedragen aan het hiaat in kennis omtrent de praktische uitvoer van het werk van toezichthouders, alsmede de veelzijdige aard van een educatieve handhavingsaanpak. Het onderzoek richtte zich specifiek op het functioneren van de Inspectie Gezonheidszorg en Jeugd, en het gebruik van een monitoringssysteem waarmee Nederlandse ziekenhuizen kunnen leren van ernstige schadelijke situaties binnen gezondheidszorginstellingen. .
Samenwerking
Alliantie Leiden-Delft-Erasmus
Meerjarenplannen en -begrotingen LDE-centres 2019-2024 vastgesteld
De LDE-stuurgroep heeft op 4 februari 2019 de meerjarenplannen en -begrotingen vastgesteld van de vijf LDE-centres voor de periode 2019-2024.
Hierdoor kunnen: het Centre for Education and Learning, het Centre for Frugal Innovation in Africa, het Centre for Sustainability, het Centre for Global Heritage and Development en het Centre for BOLD Cities een volgende fase in voor de verdere interuniversitaire samenwerking op de respectievelijke maatschappelijke thema’s. Ook het Centre for Governance of Migration & Diversity kreeg groen licht en start begin 2020.
De meerjarenplannen zijn veelvuldig besproken door vertegenwoordigers vanuit de LDE-stuurgroep, de wetenschappelijke directeuren van de centers en decanen van betrokken faculteiten. Het is de bedoeling dat meer decanen zitting gaan nemen in de centre-stuurgroepen om zo meer de facultaire betrokkenheid te versterken.
De bijdrage vanuit LDE, zoals vastgesteld met de meerjarenbegrotingen, neemt af in de planperiode. De centres worden geacht op termijn voldoende externe financiering te verwerven om zonder LDE-financiering zelfstandig verder te kunnen gaan. De voortgang van de meerjarenplannen zal in 2021 worden geëvalueerd.
Strategie LDE-alliantie 2019-2024 vastgesteld
De stuurgroep van de LDE-alliantie stelde op 17 juni de strategie voor de periode 2019-2024 vast. Hieraan voorafgaand zijn de medezeggenschapsorganen en Raden van Toezicht van de betrokken universiteiten geconsulteerd. Met deze vaststelling zijn ook de profileringsthema’s benoemd die de komende planperiode een belangrijke basis vormen voor het verder invulling geven aan de gezamenlijke ambities om als regionale kennispartner bij te dragen aan de verschillende maatschappelijke- en economische agenda’s van regionale- en lokale stakeholders. De profileringthema’s zijn Sustainable Society, Inclusive Society, Healthy Society en Digital Society. Binnen deze thema’s zijn al vijf bestaande LDE-centres actief die op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie mede invulling geven aan de ambities. Dit zijn het Centre for Education and Learning, het Centre for Frugal Innovation in Africa, het Centre for Sustainability, het Centre for Global Heritage and Development en het Centre for BOLD Cities.
Mede in het kielzog van de vaststelling van de strategie heeft de stuurgroep ook twee voorstellen goedgekeurd voor respectievelijk het LDE Centre on Governance of Migration & Diversity en het LDE-onderzoekprogramma Port Cities & Regions Futures.
Een aantal andere voorstellen op het gebied van Safety & Security (cybersecurity in het bijzonder) en Space for Science and Society worden op verzoek van de stuurgroep verder aangescherpt en uitgewerkt alvorens een besluit wordt genomen over de eventuele inpassing binnen het LDE-samenwerkingsverband.
In de strategie is ook de koers voor het uitbreiden van de samenwerking op het terrein van onderwijs nader ingevuld. De komende jaren wordt ingezet op de toegankelijkheid van de onderwijsportfolio voor studenten van de drie universiteiten en worden nieuwe onderwijsinitiatieven ontwikkeld passend bij de profileringsthema’s. Ook zijn innovatie van het online en blended leren en het samen werken van de onderwijskundige centra op het terrein van docentenprofessionalisering belangrijke speerpunten binnen de onderwijsontwikkeling.
Uitgebreide communicatiecampagne
Gedurende het najaar heeft een brede communicatiecampagne plaatsgevonden naar aanleiding van de nieuwe strategie van de LDE-alliantie. Hierbij is een uitgebreide socialmediacampagne ingezet en heeft een interview plaatsgevonden voor ScienceGuide met de drie collegevoorzitters: Kristel Baele (EUR), Carel Stolker (Universiteit Leiden) en Tim van der Hagen (TU Delft). Hierbij stond de gezamenlijke samenwerking centraal. Er is ook een corporate magazine uitgebracht dat volledig in het teken staat van de maatschappelijke en wetenschappelijke impact op basis van de nieuwe thema’s uit de strategie: Digital society, Healthy society, Sustainable society en Inclusive society.
Naast de meer publieke communicatie hebben ook gesprekken plaatsgevonden tussen collegevoorzitters als vertegenwoordigers van het LDE-bestuur met de burgemeesters en adviseurs van respectievelijk Rotterdam, Den Haag, Leiden en Delft. Daarnaast hebben ze gesproken met de provincie Zuid-Holland, Economic Board Zuid-Holland en Innovation Quarter. Centraal in deze gesprekken stond de nieuwe strategie van de alliantie en de regionale en lokale thema’s waarbij raakvlakken en overeenkomsten zijn verkend. Naar aanleiding van deze gesprekken zijn verdere procesafspraken gemaakt.
Overdracht voorzitterschap LDE van EUR naar TU Delft
Per 1 november 2019 is Tim van der Hagen voorzitter van de strategische alliantie Leiden-Delft-Erasmus. Het voorzitterschap is een roulerende functie. Van der Hagen neemt het voorzitterschap over van Kristel Baele, bestuursvoorzitter van de EUR.
Van der Hagen hanteert vier ankerpunten voor de samenwerking: kwaliteit, diversiteit complementariteit en nabijheid. De maatschappelijke thema’s voor de komende jaren worden als clusters benaderd en vormen onderdeel van het op 17 juni vastgestelde strategieplan van de alliantie voor de periode 2019-2024. Het gaat hierbij om Digital society, Healthy society, Sustainable society en Inclusive society. Deze thema’s worden verder uitgewerkt in afstemming met betrokken wetenschappers. Het idee hierbij is om behalve onderzoek ook gezamenlijk onderwijs te ontwikkelen zoals dat nu al gebeurt met een aantal succesvolle LDE-minoren.
Benoeming Wim van den Doel als boegbeeld van strategische alliantie
De Colleges van Bestuur van de Universiteit Leiden, de TU Delft en de EUR hebben besloten oud NWO-bestuurder en oud decaan geesteswetenschappen prof. dr. Wim van den Doel met ingang van 1 februari 2020 te benoemen als boegbeeld van de LDE-alliantie. Het betreft een benoeming voor de duur van vier jaar waarin Van den Doel de nieuwe strategie zal vertalen in een concreet programma.
Met zijn achtergrond is hij volgens de LDE-stuurgroep de juiste persoon om het samenwerkingsverband in Zuid-Holland naar een volgende fase te brengen.
Samenwerking Gemeente Rotterdam
Het generen van Positive Societal Impact is een van de pijlers van de EUR-strategie. Dit gebeurt veelal in samenwerking met andere maatschappelijke partijen uit de publieke en private sector. Een voorbeeld daarvan is de sinds 2010 bestaande samenwerking met de gemeente Rotterdam. Een andere vorm van maatschappelijke impact is de deelname van EUR-wetenschappers aan het maatschappelijke debat en het meedoen aan activiteiten met betrekking op wetenschapscommunicatie. Voorbeelden van kennisoverdracht waarbij Rotterdammers en professionals met nieuwe inzichten in aanraking kunnen komen waar ze in hun dagelijks leven gebruik van kunnen maken, zijn de jaarlijkse Rotterdam Lezing over een actueel vraagstuk in de stad (in 2019 over obesitas), de maandelijkse wetenschappelijke talkshow in de Rotterdamse Schouwburg en het door de Erasmus MC georganiseerde Wetenschapscafé.
www.rotterdamlezing.nl | www.studioerasmus.nl | www.wetenschapscafe.nl
De gemeente Rotterdam benadert de EUR regelmatig voor het uitvoeren van grootschalig onderzoek. Zo is in opdracht van burgemeester Aboutaleb bij ESL grootschalig onderzoek gedaan naar drugscriminaliteit in de Rotterdamse haven.
Tijdens de opening van het academische jaar heeft burgemeester Aboutaleb de zevende Rotterdam Scriptieprijs 2019 uitgereikt aan alumnus bestuurskunde Myrthe van Delden voor haar scriptie over de aanpak van ondermijnende criminaliteit op Rotterdam Zuid.
Samenwerking verder uitgebouwd
Ook in 2019 zijn er nieuwe samenwerkingsverbanden met de gemeente Rotterdam ontstaan. Zo is, onder andere op initiatief van hoogleraren bij ESSB, een strategisch samenwerkingsproject opgericht met de focus op kennisontwikkeling en -deling op het terrein van Governance van transities (GOVLAB010). Daarnaast is de Kenniswerkplaats Organiseren van de Slimme Stadopgericht.
De EUR is partner geworden in het Rotterdamse CityLab010-programma. Hier wordt expertise van onderzoekers en studenten gekoppeld aan de burgerinitiatieven die in Citylab010 zijn opgenomen. Onderzoekers en studenten leveren daarmee een bijdrage aan de uitwerking van deze initiatieven.
City Deal Kennis Maken Rotterdam
Het programma City Deal Kennis Maken is ontwikkeld door het ministerie van OCW in het kader van het nationale programma Agenda Stad. Het projectteam City Deal Kennis Maken Rotterdambestaat uit vertegenwoordigers van de gemeente Rotterdam en het Rotterdamse hoger onderwijs Gezamenlijk is een digitale initiatievenkaart ontwikkeld. Hierop kunnen de onderwijsinitiatieven van de diverse kennisinstellingen die een link hebben met de stad Rotterdam worden weergegeven. Tijdens het project bleek dat door de hoeveelheid initiatieven en de grote diversiteit ervan veel tijd nodig was om tot een werkbare invulling van de kaart te komen. Daarom is er een enquête ontworpen die data oplevert voor het vullen van deze Rotterdamse initiatievenkaart. Uit de analyse van de ingevoerde gegevens moet blijken of er sprake is van een Rotterdamse aanpak. De kaart is ook bedoeld docenten en onderzoekers te ondersteunen bij het zoeken van nieuwe samenwerkingsmogelijkheden. Hoewel het project in de afrondende fase is, blijft het de intentie de kaart te vullen met initiatieven van instellingen van het Rotterdamse hoger onderwijs.
Universiteitsbibliotheek Onderzoek
Open access
In 2019 is verdere voortgang geboekt met het publiceren in open access binnen de EUR: ruim de helft van de artikelen is beschikbaar in open access. Deze worden ook veel opgevraagd: het repository telde afgelopen jaar 1,5 miljoen downloads.
De Universiteitsbibliotheek heeft het Erasmus Open Access Fund om wetenschappers te steunen die de publicatiekosten voor open access niet kunnen opbrengen uit hun onderzoeksbudget. Het afgelopen jaar werd dit fonds volledig benut. In nationaal verband werden meerdere licenties gesloten die wetenschappers in staat stellen zonder meerkosten in open access te publiceren.